Psalms 85

25) is een zon

Dat is, hij verlicht en verheugt zijn getrouwe dienaren, gelijk de zon met haar lieflijk schijnsel de mensen verkwikt, nadat zij lang in droevige duisternis gezeten hebben. Zie Jes. 60:19; Openb. 21:23.

Isa 60.19 Re 21.23

26) Hij zal

Dat is, Hij keert alle ongeluk en kwaad van de zijnen af. Zie Gen. 15:1.

Ge 15.1
1) uwen land

Of, hebt een welgevallen aan uw land gehad, te weten het land Kana„n, hetwelk Gij uw volk ingegeven hebt om te bewonen.

2) geweest,

Te weten, voormaals, wanneer Gij het den vijanden, die het ingenomen hadden, wederom hebt benomen.

3) de gevangenis

Dat is, de gavangen Joden hebt Gij verlost uit hunne gevangenschap in Babyloni‰, waar zij heen gevoerd waren. Gevangenis voor gevangenen wordt ook gebruikt Ps. 14:7, en Ps. 68:19; en elders.

Ps 14.7 68.18

4) Jakob

Dat is, van denakomelingen van Jakob.

5) weggenomen

Of, doen ophouden. Hebr. Gij hebt vergaderd.

6) verbolgenheid;

Dat is, de straffen en plagen, die Gij in uwen toorn over de mensen pleegt uit te storten; zie de aantekening bij Job 21:30.

Job 21.30
7) Breng ons

Tot onzen vorigen staat. Anders, bekeer ons.

8) van geslacht tot

Hebr. op geslacht en geslacht.

9) Zult Gij

Hebr. zult Gij niet wederkeren, ons levend maken? Te weten, ons geheellijk weder herstellen, inplaats daar wij nu als dood zijn in deze ellendige gevangenis?

10) in U

Te weten, vanwege uwe goedertierenheid aan hen bewezen.

11) Toon ons

Of, laat ons zien; dat is, laat ons uwe genade en weldadigheid genieten; gelijk Ps. 50:23.

Ps 50.23

12) uw heil.

Dat is, uw heilzame verlossing.

13) Ik zal horen

Dat is, ik zal naarstiglijk letten op hetgeen God ons getuigt van zijn gunst tot zijne kerk, zowel door zijn woord als door menigerlei werken zijner mogendheid.

14) tot dwaasheid

Dat is, tot zonden en overtredingen van Gods heilige wet, waarmede zij den rechtvaardigen toorn Gods op zich gehaald hebben, niet horende of gehoorzamende de vermaningen en onderrichtingen der profeten, gelijk dat betaamt. Zie Ps. 125:3.

Ps 125.3
15) opdat in ons

Dat is, opdat ons land wederom in den heerlijken en gelukkigen stand gebracht worde, in welken het tevoren geweest is.

16) waarheid

Of, trouw. En alzo ook Ps. 85:12.

Ps 85.11

17) zullen elkander ontmoeten

Of, hebben elkander ontmoet.

18) zullen

Met deze en de navolgende spreuken, die ten dele bij gelijkenis gesproken worden, beschrijft de profeet den welstand van het rijk van Christus, op wiens toekomst en hheerlijke weldaden hier gezien wordt.

19) [elkander]

Te weten, gelijk vrienden doen, als zij elkander ontmoeten; Exod. 4:27, en Exod. 18:7.

Ex 4.27 18.7
20) zal uit de aarde

Dat is, zij zal vermeerderd en uitgebreid worden door veler mensen bekering tot God en gehoorzaamheid tot het Evangelie.

21) zal van den hemel

Dat is, zij zal den mensen van God gegeven en medegedeeld worden.

22) het goede geven;

Versta hier, de goede gift en volmaakte gave, die van boven komt van den Vader der lichten; Jak. 1:17.

Jas 1.17
Copyright information for DutKant